O - Organisatorische maatregelen

O - Organisatorische maatregelen

STOP volgt een hiërarchie van controle. Voor kankerverwekkende stoffen is een stap naar beneden in de hiërarchie alleen toegestaan als technische beperkingen het onmogelijk maken om de blootstelling volledig te elimineren. Hier richten we ons op het derde niveau, O voor organisatorische maatregelen. Overweeg S en T vóór O. Houd er ook rekening mee dat een combinatie van maatregelen kan worden gebruikt.

Organisatorische maatregelen bestaan uit organisatorische methoden en procedures, intern beleid en regelmatige controles die zijn ingesteld om de uitvoering ervan te verifiëren, waaronder onderhoudsplannen. De te implementeren organisatorische maatregelen moeten onder andere rekening houden met de specifieke kenmerken van de werkplek, de knowhow van de werknemer, de apparatuur, de taken en de omgeving. Waarop moet worden gelet bij het beoordelen van de te implementeren maatregel(en):

  • Identificeer alle werk- en sociale gebieden
  • Overweeg het type en niveau van blootstelling voor elk van de werkgebieden
  • De werknemers identificeren die toegang moeten hebben tot elk werkgebied
  • Overweeg de gemiddelde tijd die een individuele werknemer aan elk werkgebied moet besteden
  • Verkrijg een beschrijving van elke maatregel, de geschiktheid, efficiëntie en het mogelijke gecombineerde effect van verschillende maatregelen om de risicobeheersing te verbeteren.
  • Onderhoudsvereisten

Enkele organisatorische maatregelen om te overwegen

De toegang tot risicogebieden beperken

Rekening houdend met de resultaten van de risicobeoordeling moeten werkgevers de toegang tot bepaalde werkgebieden beperken en strikt beperken tot alleen de werknemers die daar aanwezig moeten zijn. Er kunnen fysieke barrières worden ingesteld om de toegang van werknemers te beperken, bijvoorbeeld deuren waarvoor een autorisatie vereist is. Er kunnen borden worden gebruikt om dergelijke gebieden aan te duiden. Een ander belangrijk aspect is het beperken van de tijd die werknemers in dat werkgebied doorbrengen. Dit kan door de taken die de werknemer moet uitvoeren te laten rouleren of door de tijd per dienst te beperken. Let er bij het ontwerpen van de indeling op dat je rekening houdt met alle ruimtes, bijvoorbeeld de locatie van gemeenschappelijke ruimtes (zoals kantine, kluisjes of rustruimtes) ten opzichte van de werkruimtes. Werkruimten mogen niet direct in verbinding staan met sociale ruimten.

Hygiëne en individuele bescherming

In werkgebieden waar een risico op verontreiniging bestaat, moet je maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat:

  • Alle chemicaliën op de werkplek zijn naar behoren geëtiketteerd en er zijn adequate waarschuwings- en veiligheidssignalen en -tekens aanwezig.
  • De werkplek wordt schoon en georganiseerd gehouden
  • Werknemers eten, drinken en roken niet
  • Werknemers worden voorzien van geschikte beschermende kleding of andere geschikte speciale kleding
  • Er zijn aparte opbergruimtes voor werk- of beschermende kleding en voor gewone kleding.
  • Werknemers beschikken over goede en adequate was- en toiletfaciliteiten
  • Beschermingsmiddelen worden goed opgeborgen op een goed gedefinieerde plaats
  • Er wordt gezondheidstoezicht georganiseerd en er wordt rekening gehouden met de resultaten daarvan

Intern beleid kan bepalen waar werknemers mogen eten, drinken of roken. Verder kan dit beleid de procedures vaststellen waaraan werknemers moeten voldoen met betrekking tot de beschermingsmiddelen die ze nodig hebben, namelijk hoe ze deze op de juiste manier moeten gebruiken, schoonmaken, onderhouden en opbergen. Eenvoudige hygiënemaatregelen kunnen worden opgenomen om werknemers aan het belang ervan te herinneren. Zo moeten ze bijvoorbeeld hun handen wassen voordat ze gaan eten, hun voeten schoonmaken bij het betreden en verlaten van de faciliteiten en de routes vaststellen die werknemers moeten nemen om toegang te krijgen tot bepaalde besmette werkplekken.

Informatie en training voor werknemers

Werkgevers moeten ervoor zorgen dat werknemers op de hoogte zijn van de resultaten van de risicobeoordeling, inclusief over de gebruikte chemische stoffen, hun gevaarlijke eigenschappen en hoe ze veiligheidsinformatiebladen moeten gebruiken, namelijk over eerstehulpmaatregelen of blootstellingsbeheersing/persoonlijke bescherming. Verder moeten werknemers duidelijke instructies krijgen over de getroffen maatregelen, zoals technische maatregelen, intern beleid of veiligheidswerkprocedures, indien mogelijk met illustraties, schema’s of video’s.

  • Er moet rekening worden gehouden met de taken en het kennisniveau van de werknemers en de taal en inhoud van de verstrekte informatie en opleiding moeten dienovereenkomstig worden aangepast.
  • Informatie en training van werknemers moet regelmatig worden gegeven en moet worden bijgewerkt wanneer de omstandigheden veranderen.
  • Afhankelijk van het type informatie/training dat je nodig hebt, kun je dit intern aanbieden en/of externe expertise zoeken.
Het is gemakkelijk te onthouden:
STOP houdt je veilig!

Het STOP-principe beschrijft de prioriteitsvolgorde van beschermingsmaatregelen. De werkgever moet deze prioriteitsvolgorde in acht nemen bij het bepalen en toepassen van beschermende maatregelen. De afzonderlijke letters S-T-O-P staan voor verschillende soorten beschermingsmaatregelen: