Volgens de laatste schattingen zijn 27.600 werknemers in de EU mogelijk blootgesteld aan 1,3-butadieen (1,3-BD). Uit gegevens van 1990-1993 blijkt dat ongeveer 31 600 werknemers zijn blootgesteld. De blootstelling vindt voornamelijk plaats door inademing. 1,3-BD heeft een geharmoniseerde indeling als kankerverwekkend categorie 1A (stoffen waarvan bekend is dat ze kankerverwekkend kunnen zijn voor mensen, grotendeels gebaseerd op bewijsmateriaal van mensen) volgens de CLP-verordening. De belangrijkste kankerverwekkende effecten zijn leukemie en lymfoom).
Waar komen risico’s voor?
1,3-Butadieen wordt voornamelijk gebruikt bij de productie van synthetische rubbers (waaronder styreen-butadieenrubber), thermoplastische harsen, latex en als chemisch tussenproduct (bij de productie van neopreen voor rubberproducten voor auto’s en de industrie, bij de productie van methylmethacrylaat-butadieen-styreenpolymeer, dat wordt gebruikt als PVC-versterker, en bij de productie van adiponitril (een nylon-precursor)).
De belangrijkste beroepsmatige blootstelling doet zich voor in fabrieken waar monomeer 1,3-BD wordt geproduceerd en in rubber/polymeerfabrieken op basis van styreen-1,3-BD. Beroepen met een hoog blootstellingsrisico zijn onder andere procestechnici bij het lossen, in het tankpark en in de zuiverings-, polymerisatie- en reactiegebieden, laboratoriumtechnici en onderhoudstechnici.
Bovendien kunnen werknemers worden blootgesteld aan 1,3-BD uit productstromen van aardolieraffinaderijen of rook die vrijkomt tijdens elektrochirurgie.
Meer over de stof
1,3-BD is een kleurloos gas dat wordt geproduceerd door het stoomkraken van paraffinekoolwaterstoffen. Emissies van 1,3-BD in het milieu zijn ook afkomstig van bronnen zoals uitlaatgassen van auto’s, sigarettenrook, de rook van houtvuren en het verbranden van rubber en plastic. 1,3-BD komt voor zover bekend niet veel voor als natuurlijk product.
Gevaren die kunnen optreden
Het hoogste potentieel voor beroepsmatige blootstelling aan 1,3-BD is via inademing. Blootstelling via inslikken van voedsel en drinkwater is naar verwachting zeer laag, als de juiste basishygiënemaatregelen worden genomen. Acute blootstelling aan 1,3-BD kan slaperigheid of duizeligheid veroorzaken. Chronische blootstelling aan 1,3-BD wordt in verband gebracht met een verhoogd risico op hemato-lymfopoëtische kanker (d.w.z. leukemie en/of lymfoom).
Wat u kunt doen
Waar mogelijk moet bij toepassingen substitutie worden overwogen. Als er geen alternatieven beschikbaar zijn of als 1,3-BD als bijproduct kan voorkomen, voer dan regelmatig blootstellingsbeoordelingen uit zodat bekend is wanneer er maatregelen moeten worden genomen.
Er zijn verschillende manieren om blootstelling aan 1,3-BD te verminderen. De voorkeursaanpak is het gebruik van technische maatregelen zoals plaatselijke afzuiging en procesaanpassing. Als deze maatregelen niet afdoende zijn, kunnen andere maatregelen worden toegepast, waaronder het verplichten van ademhalingsbescherming als ventilatie niet haalbaar is, het verplichten van werknemers om te douchen en zich om te kleden voordat ze de fabriek verlaten en het verstrekken van beschermende brillen en spatschermen aan werknemers als dat nodig is.
Daarnaast is het belangrijk om werknemers op te leiden over risico’s, veilige werkpraktijken en effectieve hygiënemaatregelen. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PPE) mogen alleen als laatste redmiddel worden gebruikt, nadat alle mogelijke technische en organisatorische oplossingen zijn geïntroduceerd.
Referenties: RAC, IARC, ATSDR, NFA, OSHA, COM