Ongeveer 10.000 tot 33.000 werknemers in de EU worden op hun werkplek blootgesteld aan acrylnitril. Inademing wordt beschouwd als de primaire blootstellingsroute, hoewel werknemers ook door huidcontact kunnen worden blootgesteld, aangezien acrylnitril gemakkelijk door de huid dringt.
Acrylnitril is volgens de CLP-verordening geclassificeerd als kankerverwekkend in categorie 1B, wat inhoudt dat de stof op basis van dierstudies vermoedelijk kankerverwekkend is voor mensen. Blootstelling aan acrylnitril kan longkanker veroorzaken en er zijn aanwijzingen dat acrylnitril blaaskanker kan veroorzaken.
Waar komen risico’s voor?
Acrylonitril wordt voornamelijk gebruikt als grondstof voor de productie van acryl- en modacryltextielvezels. Andere belangrijke toepassingen zijn de productie van chemicaliën, rubberproducten en plastic producten; acrylonitril en styreen worden ook samen gebruikt bij de productie van styreen-acrylonitril (SAN) en acrylonitril-butadieen-styreen (ABS) harsen.
Meer over de stof
Acrylnitril is bij normale temperatuur en druk een heldere, kleurloze vloeistof met een penetrante geur. Kleine hoeveelheden acrylnitril komen vrij bij de verbranding van plantaardig materiaal zoals biomassa, hout en tabak. Acrylnitril wordt veel gebruikt in de luchtvaart, defensie, ruimtevaart en auto-industrie.
Gevaren die kunnen optreden
Bij inademing of absorptie via huidcontact is het primaire doelwit voor toxiciteit het centrale zenuwstelsel.
Acrylnitril kan ook plaatselijk huid, ogen en luchtwegen irriteren en huidsensibilisatie veroorzaken. Een deel van deze toxiciteit is te wijten aan het metabolisme van acrylnitril tot cyanide.
Bij hogere blootstellingsniveaus wordt acrylonitril ook in verband gebracht met andere effecten zoals verzwakking van de ledematen, moeizame ademhaling, duizeligheid, verminderd beoordelingsvermogen, cyanose en misselijkheid, tot collaps, onregelmatige ademhaling en convulsies, afhankelijk van de dosis en de duur van de blootstelling.
Acute blootstelling door inademing van vloeibare of dampvormige vormen van acrylonitril (vaak als gevolg van accidenteel vrijkomen) wordt in verband gebracht met een reeks effecten, waaronder irritatie van de slijmvliezen van de neus, ogen en bovenste luchtwegen.
De latentieperiode tussen blootstelling aan acrylnitril en het ontstaan van hersenkanker is ongeveer 30 jaar.
Wat u kunt doen
Op de werkplek is de meest effectieve manier om blootstelling te voorkomen het vervangen van acrylonitril, bijvoorbeeld bij de productie van ABS door methacrylonitril (2-methyl-2-propeennitril). Wanneer substitutie van acrylonitril niet mogelijk is en het gebruik van acrylonitril niet kan worden vermeden, moeten maatregelen worden genomen om de blootstelling te verminderen.
De meest effectieve manier om blootstelling aan acrylnitril te vermijden is het ontwikkelen en gebruiken van gesloten systemen. Als dit niet mogelijk is, moeten technische maatregelen worden genomen, zoals effectieve plaatselijke afzuiging en goede ventilatie van de werkplek. Ook moet worden gecontroleerd of deze maatregelen effectief zijn, zodat de blootstelling zo veel mogelijk technisch wordt beperkt.
Voer regelmatig blootstellingsbeoordelingen uit om te controleren of uw beschermende maatregelen effectief zijn of dat er verdere acties moeten worden ondernomen. Werknemers moeten zich bewust zijn van de effecten van blootstelling en moeten regelmatig worden getraind in de controlemaatregelen die nodig zijn voor het veilig werken met acrylnitril om blootstelling te voorkomen. Het inschakelen van een bedrijfsarts wordt aanbevolen.
Zorg ervoor dat werknemers over de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen beschikken, zoals beschermende kleding en handschoenen. Persoonlijke beschermingsmiddelen mogen niet als enige preventieve maatregel worden gebruikt. Zoveel mogelijk van de bovenstaande technische en organisatorische maatregelen moeten van tevoren zijn uitgevoerd. Zorg ervoor dat de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, zoals oog- en gezichtsbescherming, handschoenen, beschermende kleding en adembescherming. Bovendien moet bij de keuze van de uitrusting rekening worden gehouden met de anatomie van de werknemers die de uitrusting zullen gebruiken, en in het geval van ademhalingsbeschermingsmiddelen op basis van gezichtsaanpassing is het ten zeerste aan te raden om bij elke persoon een pasvormtest uit te voeren. Daarnaast moeten alle werknemers worden geïnstrueerd om hun handen goed te wassen voordat ze een pauze nemen of een andere ruimte betreden, en om zichzelf te wassen en zich om te kleden aan het einde van elke dienst.
Persoonlijke beschermingsmiddelen mogen alleen als laatste redmiddel worden gebruikt en alleen tijdelijk worden overwogen, nadat alle technische mogelijkheden zijn benut. Werknemers moeten de nodige opleiding en informatie krijgen voor het correcte gebruik en onderhoud van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Referenties:, CLP, IARC, Effectbeoordeling, RAC