Naar schatting 10.539 werknemers in de EU kunnen worden blootgesteld aan isopreen. Op werkplekken waar isopreen wordt geproduceerd of gebruikt, kan blootstelling voornamelijk plaatsvinden door inademing van dampen en door huidcontact, maar opname via de huid wordt verwaarloosbaar geacht. Volgens CLP is isopreen geclassificeerd als kankerverwekkende stof van categorie 1B (H350: Kan kanker veroorzaken). Chronische en hoge blootstelling kan leiden tot leverkanker als belangrijkste effect, maar ook tot bloedarmoede, degeneratie van reukepitheel (het weefsel in de neusholte dat betrokken is bij geurwaarneming) en degeneratie van de witte stof in het ruggenmerg.
Waar komen risico’s voor?
Isopreen wordt gebruikt als monomeer bij de productie en verwerking van polymeren. Verder wordt het gebruikt als tussenproduct bij de synthese van chemische stoffen. Blootstelling kan ook optreden bij de productie van isopreen of wanneer het wordt gebruikt als duurzame vliegtuigbrandstof. Werknemers in de sectoren van de productie van industriële chemicaliën en de productie van plastic of rubber lopen risico op blootstelling.
Meer over de stof
Isopreen is een kleurloze brandbare vloeistof met een milde geur. Het heeft een laag kookpunt van slechts 34 °C en dus een extreem hoge dampdruk van 634 hPa al bij 21,1 °C. Dit betekent dat het snel verdampt bij kamertemperatuur. De vrijgekomen dampen kunnen worden ingeademd of een explosieve atmosfeer creëren. Isopreen is een metaboliet dat van nature voorkomt in veel planten, dieren en mensen. Isopreen wordt door veel boomsoorten in grote hoeveelheden uitgestoten (maar breekt snel af, waardoor de concentraties in het milieu laag zijn) en is ook detecteerbaar in de menselijke adem. Isopreen zelf is niet genotoxisch, maar wordt gemakkelijk gemetaboliseerd tot een genotoxisch mono- en diepoxide, voornamelijk in de lever. Isopreenpolymeren zijn het hoofdbestanddeel van natuurrubber. De meest voorkomende producten gemaakt van isopreen zijn banden.
Gevaren die kunnen optreden
De grootste kans op beroepsmatige blootstelling aan isopreen bestaat bij inademing van dampen. Een eenmalige of kortdurende blootstelling aan isopreen kan irritatie van neus, keel en longen veroorzaken en kan leiden tot hoofdpijn of duizeligheid. Hoewel de acute toxiciteit laag is (d.w.z. het is zeer onwaarschijnlijk dat men sterft door een eenmalige kortdurende blootstelling), wordt langdurige of herhaalde blootstelling aan isopreen in verband gebracht met leverkanker, degeneratie van het reukepitheel en degeneratie van de witte stof in het ruggenmerg.
Voor leverkanker wordt de latentieperiode geschat op 18 jaar.
Wat u kunt doen
De meest effectieve manier om blootstelling te voorkomen is vervanging van isopreen door veiligere alternatieven. Wanneer substitutie van isopreen niet mogelijk is en het gebruik van isopreen niet kan worden vermeden, moeten maatregelen worden genomen om de blootstelling te verminderen. In de sector productie van geraffineerde aardolieproducten, die verantwoordelijk is voor de productie en niet voor het gebruik van isopreen, is substitutie niet van toepassing. Het gebruik van andere monomeren in de rubberindustrie zou echter een optie kunnen zijn. De tweede meest effectieve manier om blootstelling aan isopreen te vermijden is het ontwikkelen en gebruiken van gesloten systemen. Gesloten systemen worden algemeen aangetroffen in alle productieprocessen bij zowel de raffinage als de polymerisatie van isopreen.
Als Substitutie of een gesloten proces niet mogelijk is, moeten technische maatregelen zoals effectieve plaatselijke afzuiging of goede ventilatie van de werkplek worden geïmplementeerd en moet de effectiviteit ervan worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat blootstelling zo veel als technisch mogelijk is, wordt beperkt. Isopreen wordt vaak verwerkt in regelcabines onder druk, die de verdamping zeer efficiënt beperken.
Voer regelmatig blootstellingsbeoordelingen uit om te controleren of uw beschermende maatregelen effectief zijn of dat er verdere acties moeten worden ondernomen. Werknemers moeten zich bewust zijn van de effecten van blootstelling en moeten regelmatig worden getraind in de controlemaatregelen die nodig zijn voor het veilig werken met isopreen om blootstelling te voorkomen. Ze moeten worden aangemoedigd om symptomen zoals irritatie van neus, keel en longen (bv. hoesten en piepen), hoofdpijn of duizeligheid te melden, aangezien dit waarschuwingssignalen kunnen zijn dat de bestaande maatregelen niet volstaan. Het inschakelen van een bedrijfsarts wordt aanbevolen.
Train werknemers bovendien in effectieve hygiënemaatregelen.
Zorg ervoor dat werknemers adequate persoonlijke beschermingsmiddelen (PPE) hebben, zoals beschermende kleding en handschoenen, indien nodig. Als herbruikbare persoonlijke beschermingsmiddelen (PPE) worden gebruikt, zorg er dan voor dat deze indien nodig worden gereinigd of vervangen en op een schone plaats worden bewaard. Voor isopreen zijn vaak RPE (ademhalingsbeschermingsmiddelen), beschermende handschoenen en een veiligheidsbril nodig. Als ademhalingsapparatuur nodig is, zorg er dan voor dat het ademen niet extra fysiek belastend is. Persoonlijke beschermingsmiddelen mogen alleen als laatste redmiddel worden gebruikt en alleen tijdelijk worden overwogen, nadat de mogelijke technische oplossingen zijn uitgeput.
Referenties: ECHA, RAC, DG EMPL